Nederlands

Uitgebreide vertaling voor nascholing (Nederlands) in het Frans

nascholing:

nascholing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de nascholing (bijscholing)
    la formation supplémentaire; le cours de révision; le stage de perfectionnement; la formation continue

Vertaal Matrix voor nascholing:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cours de révision bijscholing; nascholing bijscholingscursus; herhalingscursus; opfriscursus
formation continue bijscholing; nascholing
formation supplémentaire bijscholing; nascholing
stage de perfectionnement bijscholing; nascholing bijscholingscursus; herhalingscursus; opfriscursus