Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. solo:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor solo (Nederlands) in het Engels

solo:

solo [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de solo (alleenzang)
    the solo
    • solo [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor solo:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
solo alleenzang; solo solodeel; solozangen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
solo afzonderlijk; alleenstaand; apart; gescheiden; losstaand; op zich; op zichzelf staand; separaat; vrijstaand

Verwante woorden van "solo":

  • solootje

Wiktionary: solo

solo
noun
  1. piece of music for one
  2. job or performance done by one person
  3. card game
adjective
  1. of a musical solo
verb
  1. to perform something in the absence of anyone else

Verwante vertalingen van solo