Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. zwagers:
  2. zwager:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zwagers (Nederlands) in het Engels

zwagers:

zwagers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de zwagers (schoonbroers; schoonbroeders)
    the brothers in law; the brothers-in-law

Vertaal Matrix voor zwagers:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brothers in law schoonbroeders; schoonbroers; zwagers
brothers-in-law schoonbroeders; schoonbroers; zwagers

Verwante woorden van "zwagers":


zwagers vorm van zwager:

zwager [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de zwager (schoonbroer; schoonbroeder)
    the brother-in-law

Vertaal Matrix voor zwager:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brother-in-law schoonbroeder; schoonbroer; zwager

Verwante woorden van "zwager":


Wiktionary: zwager

zwager
noun
  1. familie|nld de echtgenoot van een zus of de broer van een echtgenote
zwager
noun
  1. one's wife's sister's husband
  2. one's sister's husband
  3. one's wife's brother
  4. one's husband's sister's husband
  5. one's husband's brother

Cross Translation:
FromToVia
zwager brother-in-law Schwager — Bruder des Ehepartners