Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. beet:
  2. bijten:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor beet (Nederlands) in het Spaans

beet:

beet bijvoeglijk naamwoord

  1. beet (gepakt)
    cogido
    • cogido bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor beet:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cogido beet; gepakt beetgenomen; genomen; opgenomen; opgevat; toegelaten

Wiktionary: beet

beet
noun
  1. een samenklemming tussen de kaken
  2. een steek door de monddelen van een kaakloos wezen, zoals een insect

Cross Translation:
FromToVia
beet mordimiento morsureaction de mordre.

beet vorm van bijten:

bijten [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het bijten
    el morder
    • morder [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bijten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
morder bijten aanbijten; happen in; toehappen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
morder eroderen; inetsen; knagen; knauwen; snerpen; wegvreten

Verwante woorden van "bijten":


Verwante definities voor "bijten":

  1. inwerken op de bovenlaag1
    • dat zuur bijt als het op je huid komt1
  2. je tanden ergens in zetten1
    • hij beet in de appel1

Wiktionary: bijten

bijten
verb
  1. iets afsnijden of afscheuren door tanden tegen elkaar te duwen

Cross Translation:
FromToVia
bijten morder bite — to cut off a piece by clamping the teeth
bijten morder bite — to attack with the teeth
bijten picar bite — to bite a baited hook or other lure
bijten morder beißen — (transitiv) die Zähne in etwas schlagen
bijten morder mordre — Serrer avec les dents de manière à entamer. (Sens général).

Verwante vertalingen van beet