Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. derailleren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor derailleren (Nederlands) in het Spaans

derailleren:

derailleren werkwoord (derailleer, derailleert, derailleerde, derailleerden, gedarailleerd)

  1. derailleren (uit het spoor raken; ontsporen)

Conjugations for derailleren:

o.t.t.
  1. derailleer
  2. derailleert
  3. derailleert
  4. derailleren
  5. derailleren
  6. derailleren
o.v.t.
  1. derailleerde
  2. derailleerde
  3. derailleerde
  4. derailleerden
  5. derailleerden
  6. derailleerden
v.t.t.
  1. heb gedarailleerd
  2. hebt gedarailleerd
  3. heeft gedarailleerd
  4. hebben gedarailleerd
  5. hebben gedarailleerd
  6. hebben gedarailleerd
v.v.t.
  1. had gedarailleerd
  2. had gedarailleerd
  3. had gedarailleerd
  4. hadden gedarailleerd
  5. hadden gedarailleerd
  6. hadden gedarailleerd
o.t.t.t.
  1. zal derailleren
  2. zult derailleren
  3. zal derailleren
  4. zullen derailleren
  5. zullen derailleren
  6. zullen derailleren
o.v.t.t.
  1. zou derailleren
  2. zou derailleren
  3. zou derailleren
  4. zouden derailleren
  5. zouden derailleren
  6. zouden derailleren
en verder
  1. ben gedarailleerd
  2. bent gedarailleerd
  3. is gedarailleerd
  4. zijn gedarailleerd
  5. zijn gedarailleerd
  6. zijn gedarailleerd
diversen
  1. derailleer!
  2. derailleert!
  3. gedarailleerd
  4. deraillerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor derailleren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
descarriarse derailleren; ontsporen; uit het spoor raken
descarrilarse derailleren; ontsporen; uit het spoor raken

Wiktionary: derailleren

derailleren
verb
  1. ontsporen