Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. gekronkeld:
  2. kronkelen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gekronkeld (Nederlands) in het Spaans

gekronkeld:

gekronkeld bijvoeglijk naamwoord

  1. gekronkeld (slingerend; geslingerd)
    torcido; serpenteado

Vertaal Matrix voor gekronkeld:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
serpenteado gekronkeld; geslingerd; slingerend
torcido gekronkeld; geslingerd; slingerend dwars; gebogen; gedraaid; gekromd; hellend; krom; scheef; schuin; schuin aflopend; steil; verbogen; verdraaid; verwrongen

gekronkeld vorm van kronkelen:

kronkelen werkwoord (kronkel, kronkelt, kronkelde, kronkelden, gekronkeld)

  1. kronkelen (herhaald krommen; twisten)
    serpentear; torcerse; retorcerse; enroscarse

Conjugations for kronkelen:

o.t.t.
  1. kronkel
  2. kronkelt
  3. kronkelt
  4. kronkelen
  5. kronkelen
  6. kronkelen
o.v.t.
  1. kronkelde
  2. kronkelde
  3. kronkelde
  4. kronkelden
  5. kronkelden
  6. kronkelden
v.t.t.
  1. heb gekronkeld
  2. hebt gekronkeld
  3. heeft gekronkeld
  4. hebben gekronkeld
  5. hebben gekronkeld
  6. hebben gekronkeld
v.v.t.
  1. had gekronkeld
  2. had gekronkeld
  3. had gekronkeld
  4. hadden gekronkeld
  5. hadden gekronkeld
  6. hadden gekronkeld
o.t.t.t.
  1. zal kronkelen
  2. zult kronkelen
  3. zal kronkelen
  4. zullen kronkelen
  5. zullen kronkelen
  6. zullen kronkelen
o.v.t.t.
  1. zou kronkelen
  2. zou kronkelen
  3. zou kronkelen
  4. zouden kronkelen
  5. zouden kronkelen
  6. zouden kronkelen
en verder
  1. is gekronkeld
  2. zijn gekronkeld
diversen
  1. kronkel!
  2. kronkelt!
  3. gekronkeld
  4. kronkelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor kronkelen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
enroscarse herhaald krommen; kronkelen; twisten
retorcerse herhaald krommen; kronkelen; twisten
serpentear herhaald krommen; kronkelen; twisten deinen; fluctueren; golven; in kringetjes ronddraaien; kringelen; omwisselen; rondslingeren; slingeren; variëren; wiegelen; wisselen
torcerse herhaald krommen; kronkelen; twisten

Verwante woorden van "kronkelen":


Wiktionary: kronkelen

kronkelen
verb
  1. in veel bochten lopen of bewegen

Cross Translation:
FromToVia
kronkelen curvar; serpentear mäandernGeographie: (bezogen auf Flüsse, Bäche) einen gewundenen Verlauf wie der Mäander aufweisen, sich in Mäanderform bewegen
kronkelen contorsionar writhe — to twist or contort the body