Nederlands
Uitgebreide vertaling voor gemelijk (Nederlands) in het Spaans
gemelijk:
-
gemelijk (nurks; knorrig; stuurs; wrevelig)
enfadado; desabrido; malhumorado; de mal humor-
enfadado bijvoeglijk naamwoord
-
desabrido bijvoeglijk naamwoord
-
malhumorado bijvoeglijk naamwoord
-
de mal humor bijvoeglijk naamwoord
-
-
gemelijk (slecht gehumeurd; chagrijnig; humeurig; nurks; knorrig; sikkeneurig)
malhumorado; gruñón; hosco; en tono de mal humor; desabrido; irritado-
malhumorado bijvoeglijk naamwoord
-
gruñón bijvoeglijk naamwoord
-
hosco bijvoeglijk naamwoord
-
en tono de mal humor bijvoeglijk naamwoord
-
desabrido bijvoeglijk naamwoord
-
irritado bijvoeglijk naamwoord
-
-
gemelijk (sikkeneurig; chagrijnig; humeurig; slecht gehumeurd; nurks; knorrig; nukkig)
malhumorado; inestable; imprevisible; de humor variable; inconstante; lastimoso; incalculable-
malhumorado bijvoeglijk naamwoord
-
inestable bijvoeglijk naamwoord
-
imprevisible bijvoeglijk naamwoord
-
de humor variable bijvoeglijk naamwoord
-
inconstante bijvoeglijk naamwoord
-
lastimoso bijvoeglijk naamwoord
-
incalculable bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor gemelijk:
Verwante woorden van "gemelijk":
Wiktionary: gemelijk
Computer vertaling door derden: