Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. handbogen:
  2. handboog:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor handbogen (Nederlands) in het Spaans

handbogen:

handbogen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de handbogen
    el arcos
    • arcos [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor handbogen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arcos handbogen bogen

Verwante woorden van "handbogen":


handboog:

handboog [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de handboog (boog)
    el arco; la curva
    • arco [el ~] zelfstandig naamwoord
    • curva [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor handboog:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arco boog; handboog bocht; boog; draai; kromme; kromming; kromte; kronkel; ronding; strijkboog; uitbouw; welving
curva boog; handboog bocht; bochten; bolling; boog; buiging; draai; draaiing; kromme; kromming; kromte; kronkel; kurven; richtingsverandering; ronding; uitbouw; welving; wending; zwenking

Verwante woorden van "handboog":