Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. heesheid:
  2. hees:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor heesheid (Nederlands) in het Spaans

heesheid:

heesheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de heesheid (schorheid)
    la afonía; la ronquera; la ronquedad

Vertaal Matrix voor heesheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afonía heesheid; schorheid
ronquedad heesheid; schorheid
ronquera heesheid; schorheid

Verwante woorden van "heesheid":


heesheid vorm van hees:

hees bijvoeglijk naamwoord

  1. hees (schor)
    afónico; enronquecido; áspero; ronco

Vertaal Matrix voor hees:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afónico hees; schor
enronquecido hees; schor
ronco hees; schor chagrijnig; knorrig; korzelig; nors; nurks
áspero hees; schor bits; doordringend; geaccidenteerd; gevat; hobbelig; indringend; kattig; koppig; oneffen; ongelijkmatig; onvriendelijk; onwillig; pinnig; puntig; ruige; schel klinkend; scherp; scherp gepunt; scherpzinnig; schofterig; schrander; slim; snauwerig; snedig; snibbig; spinnig; tegendraads; uitgeslapen; vinnig; vlijmend; vlijmscherp; week; weerbarstig; weerspannig; zwak

Verwante woorden van "hees":


Wiktionary: hees


Cross Translation:
FromToVia
hees ronco rauque — Pour une voix, rude, âpre et comme enrouer.