Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. heesheid:
  2. hees:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor heesheid (Nederlands) in het Zweeds

heesheid:

heesheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de heesheid (schorheid)
    skrovlighet; heshet

Vertaal Matrix voor heesheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
heshet heesheid; schorheid
skrovlighet heesheid; schorheid

Verwante woorden van "heesheid":


hees:

hees bijvoeglijk naamwoord

  1. hees (schor)
    hest; skrovlig; skrovligt

Vertaal Matrix voor hees:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hest hees; schor
skrovlig hees; schor niet glad; ruw
skrovligt hees; schor gammel; krakkemikkig; niet glad; ruw; wankel; zwak

Verwante woorden van "hees":


Wiktionary: hees


Cross Translation:
FromToVia
hees hes rauque — Pour une voix, rude, âpre et comme enrouer.