Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. hotelbezitter:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hotelbezitter (Nederlands) in het Spaans

hotelbezitter:

hotelbezitter [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. hotelbezitter (hotelhouder; hotelier)
    el hotelero; el posadero; el propietario de un hotel; el fondista

Vertaal Matrix voor hotelbezitter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fondista hotelbezitter; hotelhouder; hotelier herbergier; kastelein; waard
hotelero hotelbezitter; hotelhouder; hotelier hoteleigenaar; logementhouder
posadero hotelbezitter; hotelhouder; hotelier herbergier; hospes; huisbaas; huisheer; huurbaas; kamerverhuurder; kastelein; waard
propietario de un hotel hotelbezitter; hotelhouder; hotelier hoteleigenaar; logementhouder