Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. hotelbezitter:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hotelbezitter (Nederlands) in het Zweeds

hotelbezitter:

hotelbezitter [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. hotelbezitter (hotelhouder; hotelier)
    hotelägare

Vertaal Matrix voor hotelbezitter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hotelägare hotelbezitter; hotelhouder; hotelier hoteleigenaar