Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. jeuken:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor jeukt (Nederlands) in het Spaans

jeukt vorm van jeuken:

jeuken werkwoord (jeuk, jeukt, jeukte, jeukten, gejeukt)

  1. jeuken

Conjugations for jeuken:

o.t.t.
  1. jeuk
  2. jeukt
  3. jeukt
  4. jeuken
  5. jeuken
  6. jeuken
o.v.t.
  1. jeukte
  2. jeukte
  3. jeukte
  4. jeukten
  5. jeukten
  6. jeukten
v.t.t.
  1. heb gejeukt
  2. hebt gejeukt
  3. heeft gejeukt
  4. hebben gejeukt
  5. hebben gejeukt
  6. hebben gejeukt
v.v.t.
  1. had gejeukt
  2. had gejeukt
  3. had gejeukt
  4. hadden gejeukt
  5. hadden gejeukt
  6. hadden gejeukt
o.t.t.t.
  1. zal jeuken
  2. zult jeuken
  3. zal jeuken
  4. zullen jeuken
  5. zullen jeuken
  6. zullen jeuken
o.v.t.t.
  1. zou jeuken
  2. zou jeuken
  3. zou jeuken
  4. zouden jeuken
  5. zouden jeuken
  6. zouden jeuken
diversen
  1. jeuk!
  2. jeukt!
  3. gejeukt
  4. jeukend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor jeuken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sentir comezón jeuken

Verwante woorden van "jeuken":


Wiktionary: jeuken


Cross Translation:
FromToVia
jeuken picar itch — to feel the need to scratch
jeuken hormiguear; picar jucken — einen unangenehmen, stechenden Reiz (meist auf der Haut) verursachen, den man durch Kratzen beseitigen möchte
jeuken picar; escocer démanger — Faire éprouver une démangeaison.