Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor klos (Nederlands) in het Spaans

klos:

klos [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de klos (garenklos)
    el carrete; la bobina de hilo; la bobina; la canillita; el carrete de hilo
  2. de klos (werktuig om garen te winden; spoel; haspel; winding; winder)
    la bobina; el carrete; la devanadera

Vertaal Matrix voor klos:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bobina garenklos; haspel; klos; spoel; werktuig om garen te winden; winder; winding cilinder; filmspoel; klos waarop garen gewonden wordt; klosje; schieter; schietspoel; smoorspoel; snoerspoel; spoel
bobina de hilo garenklos; klos klosje; snoerspoel; spoel
canillita garenklos; klos klosje; spoel
carrete garenklos; haspel; klos; spoel; werktuig om garen te winden; winder; winding cilinder; film; filmrolletje; filmspoel; klos waarop garen gewonden wordt; klosje; snoerspoel; spoel
carrete de hilo garenklos; klos klosje; snoerspoel; spoel
devanadera haspel; klos; spoel; werktuig om garen te winden; winder; winding

Verwante woorden van "klos":


Verwante definities voor "klos":

  1. blokje hout1
    • er moeten klossen onder het bed om het te verhogen1

Wiktionary: klos


Cross Translation:
FromToVia
klos bobina; carrete bobine — Petit cylindre de bois qui est garnir d’un rebord à ses deux extrémités et qui sert à filer au rouet, à dévider du fil, de la soie, de l’or, etc.
klos bolillo fuseau — Outil de dentelle

klos vorm van klossen:

klossen werkwoord (klos, klost, kloste, klosten, geklost)

  1. klossen (lopen met geluid)

Conjugations for klossen:

o.t.t.
  1. klos
  2. klost
  3. klost
  4. klossen
  5. klossen
  6. klossen
o.v.t.
  1. kloste
  2. kloste
  3. kloste
  4. klosten
  5. klosten
  6. klosten
v.t.t.
  1. ben geklost
  2. bent geklost
  3. is geklost
  4. zijn geklost
  5. zijn geklost
  6. zijn geklost
v.v.t.
  1. was geklost
  2. was geklost
  3. was geklost
  4. waren geklost
  5. waren geklost
  6. waren geklost
o.t.t.t.
  1. zal klossen
  2. zult klossen
  3. zal klossen
  4. zullen klossen
  5. zullen klossen
  6. zullen klossen
o.v.t.t.
  1. zou klossen
  2. zou klossen
  3. zou klossen
  4. zouden klossen
  5. zouden klossen
  6. zouden klossen
en verder
  1. heb geklost
  2. hebt geklost
  3. heeft geklost
  4. hebben geklost
  5. hebben geklost
  6. hebben geklost
diversen
  1. klos!
  2. klost!
  3. geklost
  4. klossend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

klossen [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het klossen (geklos)
    el embobinado

Vertaal Matrix voor klossen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
embobinado geklos; klossen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arrastrar los pies al andar klossen; lopen met geluid

Verwante woorden van "klossen":


Verwante vertalingen van klos