Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. manchetten:
  2. manchet:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor manchetten (Nederlands) in het Spaans

manchetten:

manchetten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de manchetten
    el puños
    • puños [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor manchetten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
puños manchetten

Verwante woorden van "manchetten":


manchetten vorm van manchet:

manchet [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de manchet (manchetknoop)
    el bordo; el cuello; la carpeta; la cuota; el reborde
    • bordo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • cuello [el ~] zelfstandig naamwoord
    • carpeta [la ~] zelfstandig naamwoord
    • cuota [la ~] zelfstandig naamwoord
    • reborde [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor manchet:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bordo manchet; manchetknoop
carpeta manchet; manchetknoop hoofdboek; klapper; klemband; klemmap; klepper; legger; map; opbergmap; ordner; schrijfmap; telefoonklapper
cuello manchet; manchetknoop boord; hals; hals van een kledingstuk; halskraag; halsstuk; kraag; nek
cuota manchet; manchetknoop aandeel; bijdrage; contingent; extra beloning; inbreng; jaarlijkse contributie; premie; quota; quotum; target; verzekeringspremie
reborde manchet; manchetknoop keer; kentering; ombuiging; omkeer; ommekeer; ommezwaai; omslag; rand; richel; zoom

Verwante woorden van "manchet":


Wiktionary: manchet

manchet
noun
  1. een dubbele of stevige stof aan rond de opening van de mouw of hals

Cross Translation:
FromToVia
manchet puño; ruedo cuff — The end of a shirt sleeve that covers the wrist
manchet puño manchette — Traductions à trier suivant le sens