Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. mondigheid:
  2. mondig:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor mondigheid (Nederlands) in het Spaans

mondigheid:

mondigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de mondigheid (meerderjarigheid)
    la mayoría de edad

Vertaal Matrix voor mondigheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mayoría de edad meerderjarigheid; mondigheid

Verwante woorden van "mondigheid":


mondig:

mondig bijvoeglijk naamwoord

  1. mondig (voor zichzelf opkomend)
    emancipado

Vertaal Matrix voor mondig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
emancipado zelfstandige
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
emancipado mondig; voor zichzelf opkomend zelfstandig

Verwante woorden van "mondig":


Wiktionary: mondig


Cross Translation:
FromToVia
mondig categórico; firme; enérgico assertive — boldly self-assured
mondig adulto; mayor de edad; mayor; considerable; notable; grave; importante majeur — Plus grand ; plus important.