Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. spraakvermogen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor spraakvermogen (Nederlands) in het Spaans

spraakvermogen:

spraakvermogen [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het spraakvermogen
    el habla; la facultad de hablar

Vertaal Matrix voor spraakvermogen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
facultad de hablar spraakvermogen
habla spraakvermogen inleiding; introductie; lezing; praat; proloog; rede; redevoering; speech; spreekbeurt; taal; toespraak; voorbericht; voordracht; voorwoord