Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. tussentijds:
  2. tussentijd:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tussentijds (Nederlands) in het Spaans

tussentijds:

tussentijds bijvoeglijk naamwoord

  1. tussentijds (inmiddels; ondertussen; intussen)
    mientras tanto; entretanto
  2. tussentijds (tijdelijk; voorlopig; provisorisch; )
    temporal; provisional; temporaneo; por el momento; provisionalmente; entretanto

Vertaal Matrix voor tussentijds:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
temporal hondenweer; noodweer; storm; zwaar weer
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
provisional aards; kortstondig; provisorisch; temporeel; tijdelijk; tussentijds; voor enige tijd; voorbijgaand; voorlopig; zolang de komende tijd; tijdelijk; voorbijgaand; voorlopig; voorlopig bezet
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
entretanto aards; inmiddels; intussen; kortstondig; ondertussen; provisorisch; temporeel; tijdelijk; tussentijds; voor enige tijd; voorbijgaand; voorlopig; zolang alvast; de komende tijd; in de tussentijd; inmiddels; intussen; onderhand; ondertussen; onderwijl; terwijl; terzelfder tijd; tijdelijk; tussendoor; voorbijgaand; voorlopig
mientras tanto inmiddels; intussen; ondertussen; tussentijds alvast; in de tussentijd; inmiddels; intussen; onderhand; ondertussen; onderwijl
por el momento aards; kortstondig; provisorisch; temporeel; tijdelijk; tussentijds; voor enige tijd; voorbijgaand; voorlopig; zolang de komende tijd; hedendaags; huidig; momenteel; nou; nu; op dit moment; tegenwoordig; tijdelijk; tot dusverre; tot nu toe; van het ogenblik; van nu; van vandaag; voor het moment; vooralsnog; voorbijgaand; vooreerst; voorlopig; voorshands
provisionalmente aards; kortstondig; provisorisch; temporeel; tijdelijk; tussentijds; voor enige tijd; voorbijgaand; voorlopig; zolang de komende tijd; tijdelijk; voorbijgaand; voorlopig
temporal aards; kortstondig; provisorisch; temporeel; tijdelijk; tussentijds; voor enige tijd; voorbijgaand; voorlopig; zolang de komende tijd; temporeel; tijdelijk; voorbijgaand; voorlopig
temporaneo aards; kortstondig; provisorisch; temporeel; tijdelijk; tussentijds; voor enige tijd; voorbijgaand; voorlopig; zolang

Verwante woorden van "tussentijds":


tussentijd:

tussentijd [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de tussentijd (interim; tussenpoos)
    el intermedio; el período; el lapso; el espacio; el intervalo

Vertaal Matrix voor tussentijd:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
espacio interim; tussenpoos; tussentijd Space; heelal; kloof; locatie; opening; plaats; plek; ruimte; spatie; spleet; tussenruimte; uitsparing; universum; wereldruimte
intermedio interim; tussenpoos; tussentijd intermezzo; onderbreking; pauze; rust; rustpauze; rustpoos; rusttijd; speelkwartier; tussenpoos; tussenspel; verpozing; werkpauze
intervalo interim; tussenpoos; tussentijd bereik; interval; kloof; opening; spleet; toonafstand; tussenruimte; uitsparing
lapso interim; tussenpoos; tussentijd
período interim; tussenpoos; tussentijd epoch; epoche; era; etappe; fase; menstruatie; ongesteldheid; ontwikkelingsfase; parcoursetappe; periode; poosje; stadium; termijn; tijd; tijdperk; tijdruimte; tijdsbestek; tijdsbestek van een uur; tijdsduur; tijdsgewricht; tijdsruimte; tijdsverloop; tijdvak; uur
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
intermedio intermediair; tussenliggend

Verwante woorden van "tussentijd":


Wiktionary: tussentijd


Cross Translation:
FromToVia
tussentijd interval; intervalo intervalledistance d’un lieu à un autre.