Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor tussentijds in het Nederlands

tussentijds:

tussentijds bijvoeglijk naamwoord

  1. tussentijds
    ondertussen; inmiddels; intussen; tussentijds
  2. tussentijds
    tijdelijk; voorlopig; provisorisch; temporeel; voorbijgaand; tussentijds; zolang; kortstondig; voor enige tijd; aards

Verwante woorden van "tussentijds":


tussentijd:

tussentijd [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de tussentijd
    het interim; de tussentijd; de tussenpoos

Verwante woorden van "tussentijd":