Overzicht
Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...
- uit elkaar:
-
Wiktionary:
- uit elkaar → en dos, en pedazos
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor uit elkaar (Nederlands) in het Spaans
uit elkaar:
-
uit elkaar (uit elkander; uiteen; uitelkaar; vaneen; van elkander; van elkaar)
separado; separados; mutuamente; el uno al otro; recíprocamente; separadamente-
separado bijvoeglijk naamwoord
-
separados bijvoeglijk naamwoord
-
mutuamente bijvoeglijk naamwoord
-
el uno al otro bijvoeglijk naamwoord
-
recíprocamente bijvoeglijk naamwoord
-
separadamente bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor uit elkaar:
Wiktionary: uit elkaar
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• uit elkaar | → en dos; en pedazos | ↔ asunder — into separate parts |