Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. veeg:
  2. vegen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor veeg (Nederlands) in het Spaans

veeg:

veeg [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de veeg (oorvijg; muilpeer; mep)
    el cepillazo; la bofetada; la cachetada; el bofetón; el escobazo

Vertaal Matrix voor veeg:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bofetada mep; muilpeer; oorvijg; veeg hengst; kaakslag; klap; klets; kletspraat; klop; lel; mep; muilpeer; oorveeg; opdonder; opduvel; oplawaai; pets; peut; quatsch; stoot; tik; toegebrachte klap
bofetón mep; muilpeer; oorvijg; veeg oorveeg
cachetada mep; muilpeer; oorvijg; veeg hengst; kaakslag; klap; lel; mep; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; stoot
cepillazo mep; muilpeer; oorvijg; veeg
escobazo mep; muilpeer; oorvijg; veeg

Wiktionary: veeg


Cross Translation:
FromToVia
veeg golpe coupimpression que fait un corps sur un autre en le frappant.

vegen:

vegen werkwoord (veeg, veegt, veegde, veegden, geveegd)

  1. vegen (wegvegen; afvegen)
    barrer

Conjugations for vegen:

o.t.t.
  1. veeg
  2. veegt
  3. veegt
  4. vegen
  5. vegen
  6. vegen
o.v.t.
  1. veegde
  2. veegde
  3. veegde
  4. veegden
  5. veegden
  6. veegden
v.t.t.
  1. heb geveegd
  2. hebt geveegd
  3. heeft geveegd
  4. hebben geveegd
  5. hebben geveegd
  6. hebben geveegd
v.v.t.
  1. had geveegd
  2. had geveegd
  3. had geveegd
  4. hadden geveegd
  5. hadden geveegd
  6. hadden geveegd
o.t.t.t.
  1. zal vegen
  2. zult vegen
  3. zal vegen
  4. zullen vegen
  5. zullen vegen
  6. zullen vegen
o.v.t.t.
  1. zou vegen
  2. zou vegen
  3. zou vegen
  4. zouden vegen
  5. zouden vegen
  6. zouden vegen
en verder
  1. ben geveegd
  2. bent geveegd
  3. is geveegd
  4. zijn geveegd
  5. zijn geveegd
  6. zijn geveegd
diversen
  1. veeg!
  2. veegt!
  3. geveegd
  4. vegend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor vegen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
barrer afvegen; vegen; wegvegen begeleiden; bezemen; leiden; meevoeren; opvegen; schoonborstelen; schoonvegen; uitgommen; uitvegen; uitvlakken; uitwissen; vlakken; voeren; wegpinken; wegvegen; wissen

Wiktionary: vegen


Cross Translation:
FromToVia
vegen barrer sweep — to clean using a broom or brush
vegen limpiar; enjugar wipe — remove surface substance
vegen barrer balayernettoyer un lieu avec le balai.
vegen borrar effacer — Faire disparaître plus ou moins, parler de la forme, des couleurs de quelque chose.
vegen purificar; limpiar; adelgazar purifierrendre pur, ôter ce qu’il y a d’impur, de grossier, d’étranger.