Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. verplaatsbaar:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verplaatsbaar (Nederlands) in het Spaans

verplaatsbaar:

verplaatsbaar bijvoeglijk naamwoord

  1. verplaatsbaar (vervoerbaar; transporteerbaar; transportabel)
    transportable; trasladable
  2. verplaatsbaar (beweegbaar; mobiel; los; verzetbaar; roerend)
    móvil; movible; transportable
  3. verplaatsbaar (niet vast; los; verschuifbaar)
    suelto; separado

Vertaal Matrix voor verplaatsbaar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
móvil basis; basislijn; beginsel; beweegredenen; drijfveren; fundament; fundering; grondgedachte; grondlijn; grondslag; grondstelling; principe; stimulansen; uitgangspunt; uitgangsvorm; veronderstelling; vertrekpunt
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
movible beweegbaar; los; mobiel; roerend; verplaatsbaar; verzetbaar tilbaar
móvil beweegbaar; los; mobiel; roerend; verplaatsbaar; verzetbaar actief; beweeglijk; dynamisch; energiek; levendig
separado los; niet vast; verplaatsbaar; verschuifbaar afgescheiden; afgezonderd; afzonderlijk; alleenstaand; apart; desolaat; eenzaam; gescheiden; gesepareerd; gespreid; geïsoleerd; in quarantaine; los; los van elkaar; losstaand; niet vast; ontbonden; op zich; op zichzelf staand; opgeheven; separaat; single; uit elkaar; uit elkander; uiteen; uiteengegaan; uiteengevallen; uitelkaar; van elkaar; van elkander; vaneen; vereenzaamd; verlaten; vrijstaand
suelto los; niet vast; verplaatsbaar; verschuifbaar afzonderlijk; alleenstaand; apart; dun; geen vet op de botten hebbende; geïsoleerd; iel; los; loshangend; losstaand; mager; mul; onopgeruimd; onverpakt; op zich; op zichzelf staand; pulverig; rul; schraal; schriel; separaat; slordig; vrij hangend; vrijstaand
transportable beweegbaar; los; mobiel; roerend; transportabel; transporteerbaar; verplaatsbaar; vervoerbaar; verzetbaar
trasladable transportabel; transporteerbaar; verplaatsbaar; vervoerbaar

Verwante woorden van "verplaatsbaar":

  • verplaatsbare