Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verplaatsbaar (Nederlands) in het Duits

verplaatsbaar:

verplaatsbaar bijvoeglijk naamwoord

  1. verplaatsbaar (vervoerbaar; transporteerbaar; transportabel)
    transportfähig; fahrbar; transportabel; transportierbar
  2. verplaatsbaar (beweegbaar; mobiel; los; verzetbaar; roerend)
    mobil; beweglich; nicht fest; versetzbar; transportabel; transportierbar; transportfähig
  3. verplaatsbaar (niet vast; los; verschuifbaar)
    locker; nicht fest

Vertaal Matrix voor verplaatsbaar:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beweglich beweegbaar; los; mobiel; roerend; verplaatsbaar; verzetbaar actief; beweeglijk; dynamisch; energiek; levendig
fahrbar transportabel; transporteerbaar; verplaatsbaar; vervoerbaar begaanbaar; bereikbaar; berijdbaar; bevaarbaar; toegankelijk
locker los; niet vast; verplaatsbaar; verschuifbaar gerust; losbandig; luchthartig; onbekommerd; onbesuisd; onbezorgd; tuchteloos; zorgeloos
mobil beweegbaar; los; mobiel; roerend; verplaatsbaar; verzetbaar
nicht fest beweegbaar; los; mobiel; niet vast; roerend; verplaatsbaar; verschuifbaar; verzetbaar los; niet vast
transportabel beweegbaar; los; mobiel; roerend; transportabel; transporteerbaar; verplaatsbaar; vervoerbaar; verzetbaar
transportfähig beweegbaar; los; mobiel; roerend; transportabel; transporteerbaar; verplaatsbaar; vervoerbaar; verzetbaar
transportierbar beweegbaar; los; mobiel; roerend; transportabel; transporteerbaar; verplaatsbaar; vervoerbaar; verzetbaar
versetzbar beweegbaar; los; mobiel; roerend; verplaatsbaar; verzetbaar

Verwante woorden van "verplaatsbaar":

  • verplaatsbare