Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. volgestort:
  2. volstorten:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor volgestort (Nederlands) in het Spaans

volgestort:

volgestort bijvoeglijk naamwoord

  1. volgestort (geheel betaald)
    relleno; llenado; pagado totalmente

Vertaal Matrix voor volgestort:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
relleno bijvulling; invullen; invulling; opvulling; opvulsel; opvulteken; vulling; vulsel
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
llenado geheel betaald; volgestort volgegooid
pagado totalmente geheel betaald; volgestort
relleno geheel betaald; volgestort volgegooid

Verwante woorden van "volgestort":

  • volgestorte

volstorten:

volstorten werkwoord (stort vol, stortte vol, stortten vol, volgestort)

  1. volstorten (vullen; volplempen; volmaken)
    rellenar; llenar

Conjugations for volstorten:

o.t.t.
  1. stort vol
  2. stort vol
  3. stort vol
  4. storten vol
  5. storten vol
  6. storten vol
o.v.t.
  1. stortte vol
  2. stortte vol
  3. stortte vol
  4. stortten vol
  5. stortten vol
  6. stortten vol
v.t.t.
  1. heb volgestort
  2. hebt volgestort
  3. heeft volgestort
  4. hebben volgestort
  5. hebben volgestort
  6. hebben volgestort
v.v.t.
  1. had volgestort
  2. had volgestort
  3. had volgestort
  4. hadden volgestort
  5. hadden volgestort
  6. hadden volgestort
o.t.t.t.
  1. zal volstorten
  2. zult volstorten
  3. zal volstorten
  4. zullen volstorten
  5. zullen volstorten
  6. zullen volstorten
o.v.t.t.
  1. zou volstorten
  2. zou volstorten
  3. zou volstorten
  4. zouden volstorten
  5. zouden volstorten
  6. zouden volstorten
diversen
  1. stort vol!
  2. stort vol!
  3. volgestort
  4. volstortend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

volstorten [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. volstorten (volstorting)
    el llenar; el liberar completamente

Vertaal Matrix voor volstorten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
liberar completamente volstorten; volstorting
llenar volstorten; volstorting aanplempen; aanvullen; volplempen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
llenar volmaken; volplempen; volstorten; vullen beslaan; bijschenken; bijtanken; bijvullen; farceren; opvullen; plomberen; ruimte innemen; volgieten; volgooien; volschenken; volzetten; vullen
rellenar volmaken; volplempen; volstorten; vullen bijschenken; bijtanken; bijvullen; dichtgooien; farceren; invullen; ophogen; opvullen; plomberen; volgieten; volgooien; vullen