Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. zwiepend:
  2. zwiepen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zwiepend (Nederlands) in het Spaans

zwiepend:

zwiepend bijvoeglijk naamwoord

  1. zwiepend
    cimbreante

Vertaal Matrix voor zwiepend:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cimbreante zwiepend

zwiepend vorm van zwiepen:

zwiepen werkwoord (zwiep, zwiept, zwiepte, zwiepten, gezwiept)

  1. zwiepen

Conjugations for zwiepen:

o.t.t.
  1. zwiep
  2. zwiept
  3. zwiept
  4. zwiepen
  5. zwiepen
  6. zwiepen
o.v.t.
  1. zwiepte
  2. zwiepte
  3. zwiepte
  4. zwiepten
  5. zwiepten
  6. zwiepten
v.t.t.
  1. ben gezwiept
  2. bent gezwiept
  3. is gezwiept
  4. zijn gezwiept
  5. zijn gezwiept
  6. zijn gezwiept
v.v.t.
  1. was gezwiept
  2. was gezwiept
  3. was gezwiept
  4. waren gezwiept
  5. waren gezwiept
  6. waren gezwiept
o.t.t.t.
  1. zal zwiepen
  2. zult zwiepen
  3. zal zwiepen
  4. zullen zwiepen
  5. zullen zwiepen
  6. zullen zwiepen
o.v.t.t.
  1. zou zwiepen
  2. zou zwiepen
  3. zou zwiepen
  4. zouden zwiepen
  5. zouden zwiepen
  6. zouden zwiepen
diversen
  1. zwiep!
  2. zwiept!
  3. gezwiept
  4. zwiepend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor zwiepen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cimbrearse zwiepen