Nederlands

Uitgebreide vertaling voor volg- (Nederlands) in het Frans

volg- vorm van volgen:

volgen werkwoord (volg, volgt, volgde, volgden, gevolgd)

  1. volgen (achternalopen; achternagaan; nalopen)
    suivre; poursuivre; traquer; venir après; surveiller; pourchasser; courir après; suivre à pied
    • suivre werkwoord (suis, suit, suivons, suivez, )
    • poursuivre werkwoord (poursuis, poursuit, poursuivons, poursuivez, )
    • traquer werkwoord (traque, traques, traquons, traquez, )
    • venir après werkwoord
    • surveiller werkwoord (surveille, surveilles, surveillons, surveillez, )
    • pourchasser werkwoord (pourchasse, pourchasses, pourchassons, pourchassez, )
    • courir après werkwoord
    • suivre à pied werkwoord
  2. volgen (vergezellen; begeleiden; chaperonneren; )
    accompagner; conduire; escorter; mener; chaperonner
    • accompagner werkwoord (accompagne, accompagnes, accompagnons, accompagnez, )
    • conduire werkwoord (conduis, conduit, conduisons, conduisez, )
    • escorter werkwoord (escorte, escortes, escortons, escortez, )
    • mener werkwoord (mène, mènes, menons, menez, )
    • chaperonner werkwoord (chaperonne, chaperonnes, chaperonnons, chaperonnez, )
  3. volgen (opvolgen; navolgen)
    suivre; succéder; venir après
    • suivre werkwoord (suis, suit, suivons, suivez, )
    • succéder werkwoord (succède, succèdes, succédons, succédez, )
    • venir après werkwoord
  4. volgen (achtervolgen; achternazitten; nazitten)
    pourchasser; persécuter; courir après
    • pourchasser werkwoord (pourchasse, pourchasses, pourchassons, pourchassez, )
    • persécuter werkwoord (persécute, persécutes, persécutons, persécutez, )
    • courir après werkwoord
  5. volgen

Conjugations for volgen:

o.t.t.
  1. volg
  2. volgt
  3. volgt
  4. volgen
  5. volgen
  6. volgen
o.v.t.
  1. volgde
  2. volgde
  3. volgde
  4. volgden
  5. volgden
  6. volgden
v.t.t.
  1. heb gevolgd
  2. hebt gevolgd
  3. heeft gevolgd
  4. hebben gevolgd
  5. hebben gevolgd
  6. hebben gevolgd
v.v.t.
  1. had gevolgd
  2. had gevolgd
  3. had gevolgd
  4. hadden gevolgd
  5. hadden gevolgd
  6. hadden gevolgd
o.t.t.t.
  1. zal volgen
  2. zult volgen
  3. zal volgen
  4. zullen volgen
  5. zullen volgen
  6. zullen volgen
o.v.t.t.
  1. zou volgen
  2. zou volgen
  3. zou volgen
  4. zouden volgen
  5. zouden volgen
  6. zouden volgen
en verder
  1. ben gevolgd
  2. bent gevolgd
  3. is gevolgd
  4. zijn gevolgd
  5. zijn gevolgd
  6. zijn gevolgd
diversen
  1. volg!
  2. volgt!
  3. gevolgd
  4. volgend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

volgen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. volgen (achtervolgen)
    la poursuite

Vertaal Matrix voor volgen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
poursuite achtervolgen; volgen achtervolging; rechtsvervolging; vervolg; vervolging; voortzetting
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
accompagner begeleiden; chaperonneren; escorteren; geleiden; meegaan; meelopen; vergezellen; volgen begeleiden; meerijden; rondleiden; wegbrengen
chaperonner begeleiden; chaperonneren; escorteren; geleiden; meegaan; meelopen; vergezellen; volgen
conduire begeleiden; chaperonneren; escorteren; geleiden; meegaan; meelopen; vergezellen; volgen aan het stuur zitten; aanvoeren; begeleiden; besturen; karren; leiden; leiding geven; managen; meevoeren; rijden; rondleiden; sturen; voeren; voorzitten; wegbrengen; zenden
courir après achternagaan; achternalopen; achternazitten; achtervolgen; nalopen; nazitten; volgen
effectuer le suivi volgen
escorter begeleiden; chaperonneren; escorteren; geleiden; meegaan; meelopen; vergezellen; volgen begeleiden; rondleiden; wegbrengen
mener begeleiden; chaperonneren; escorteren; geleiden; meegaan; meelopen; vergezellen; volgen aanvoeren; begeleiden; besturen; bevel voeren over; commanderen; een voorsprong hebben; leiden; leiding geven; leidinggeven; managen; meevoeren; voeren; voorliggen; voorzitten; wegbrengen
persécuter achternazitten; achtervolgen; nazitten; volgen
pourchasser achternagaan; achternalopen; achternazitten; achtervolgen; nalopen; nazitten; volgen
poursuivre achternagaan; achternalopen; nalopen; volgen avanceren; azen; bedoelen; beogen; berechten; continueren; daarnaast doen; doorgaan; doorlopen; doorrijden; doorwerken; een stapje verder gaan; komen na; navolgen; prolongeren; prooizoeken; ten doel hebben; verder doen; verder lopen; verdergaan; vervolgen; voortgaan; voortzetten
succéder navolgen; opvolgen; volgen komen na; navolgen
suivre achternagaan; achternalopen; nalopen; navolgen; opvolgen; volgen belopen; betreden; bewandelen; bijbenen; bijblijven; bijhouden; gehoorzamen; komen na; luisteren; naleven; navolgen; te voet afleggen; traceren
suivre à pied achternagaan; achternalopen; nalopen; volgen
surveiller achternagaan; achternalopen; nalopen; volgen aankijken; behoeden; behouden; bekijken; beschermen; bewaken; bezichtigen; gadeslaan; in bescherming nemen; inspecteren; patrouilleren; surveilleren; toekijken; toeschouwen; toezicht houden; toezien; toezien op
traquer achternagaan; achternalopen; nalopen; volgen aanpoten; haast maken; haasten; ijlen; jagen; overhaasten; spoeden; voortmaken; zich spoeden
venir après achternagaan; achternalopen; nalopen; navolgen; opvolgen; volgen

Verwante woorden van "volgen":


Antoniemen van "volgen":


Verwante definities voor "volgen":

  1. achter iemand of iets aan gaan1
    • de hond volgt mij voortdurend1
  2. er aandacht aan geven en het begrijpen1
    • ik kon het gesprek goed volgen1
  3. er geregeld aan deelnemen1
    • hij volgt een opleiding1
  4. er logisch uit voortvloeien1
    • uit zijn verklaring volgt dat hij het niet gedaan kan hebben1
  5. erna komen1
    • op de dag volgt de nacht1

Wiktionary: volgen

volgen
verb
  1. achterna gaan
volgen
Cross Translation:
FromToVia
volgen présent; assister attend — to be present at
volgen suivre follow — to go or come after in physical space
volgen surveillance; monitoring monitoring — The act of listening, carrying out surveillance on
volgen observer; respecter observe — to follow


Wiktionary: volg-

volg-
adjective
  1. Qui est après, qui vient après.

Verwante vertalingen van volg-