Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. dreggen:
  2. dreg:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor dreggen (Nederlands) in het Frans

dreggen:

dreggen werkwoord (dreg, dregt, dregde, dregden, gedregd)

  1. dreggen
    repêcher
    • repêcher werkwoord (repêche, repêches, repêchons, repêchez, )

Conjugations for dreggen:

o.t.t.
  1. dreg
  2. dregt
  3. dregt
  4. dreggen
  5. dreggen
  6. dreggen
o.v.t.
  1. dregde
  2. dregde
  3. dregde
  4. dregden
  5. dregden
  6. dregden
v.t.t.
  1. heb gedregd
  2. hebt gedregd
  3. heeft gedregd
  4. hebben gedregd
  5. hebben gedregd
  6. hebben gedregd
v.v.t.
  1. had gedregd
  2. had gedregd
  3. had gedregd
  4. hadden gedregd
  5. hadden gedregd
  6. hadden gedregd
o.t.t.t.
  1. zal dreggen
  2. zult dreggen
  3. zal dreggen
  4. zullen dreggen
  5. zullen dreggen
  6. zullen dreggen
o.v.t.t.
  1. zou dreggen
  2. zou dreggen
  3. zou dreggen
  4. zouden dreggen
  5. zouden dreggen
  6. zouden dreggen
en verder
  1. is gedregd
  2. zijn gedregd
diversen
  1. dreg!
  2. dregt!
  3. gedregd
  4. dreggend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

dreggen [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het dreggen
    le repêchage; l'action de repêcher

Vertaal Matrix voor dreggen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
action de repêcher dreggen
repêchage dreggen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
repêcher dreggen

Verwante woorden van "dreggen":


dreggen vorm van dreg:

dreg [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de dreg (dreghaak; dreganker)
    le grappin
    • grappin [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor dreg:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
grappin dreg; dreganker; dreghaak grijper; grijperkraan; grijpkraan; klimijzer; klimspoor

Verwante woorden van "dreg":