Nederlands

Uitgebreide vertaling voor geruineerd (Nederlands) in het Frans

geruineerd:

geruineerd bijvoeglijk naamwoord

  1. geruineerd (aan stukken; gebroken; kapot; naar de knoppen; stuk)
    en pièces; cassé; brisé; en morceaux; endommagé; délabré; dévoré; fêlé; rompu; détérioré; lacéré; fracturé; dans un état triste
  2. geruineerd (bankroet; failliet)
    faillite; banqueroute

Vertaal Matrix voor geruineerd:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
banqueroute bankroet; faillissement
faillite bankroet; faillissement
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
endommagé aan stukken; gebroken; geruineerd; kapot; naar de knoppen; stuk aan flarden; aangeslagen; beschadigd; gebarsten; gehavend; geschonden; gewond; kapot; stuk; verziekt
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
banqueroute bankroet; failliet; geruineerd
brisé aan stukken; gebroken; geruineerd; kapot; naar de knoppen; stuk aan scherven; aan stukken; beschadigd; defect; gebarsten; gebroken; geknikt; in stukken; ingeslagen; kapot; onklaar; stuk; stukgebroken; verbroken
cassé aan stukken; gebroken; geruineerd; kapot; naar de knoppen; stuk aan stukken; beschadigd; defect; gebarsten; gebroken; geknikt; in stukken; ingeslagen; kapot; onklaar; stuk; stukgebroken; verbroken
dans un état triste aan stukken; gebroken; geruineerd; kapot; naar de knoppen; stuk
délabré aan stukken; gebroken; geruineerd; kapot; naar de knoppen; stuk aangeslagen; beschadigd; bouwvallig; gammel; gebarsten; gehavend; geschonden; gewond; kapot; krakkemikkig; krakkemikkige; ruïneus; stuk; wankel; wrak; zwak
détérioré aan stukken; gebroken; geruineerd; kapot; naar de knoppen; stuk aangeslagen; gehavend; geschonden; gewond
dévoré aan stukken; gebroken; geruineerd; kapot; naar de knoppen; stuk
en morceaux aan stukken; gebroken; geruineerd; kapot; naar de knoppen; stuk beschadigd; gebarsten; gebroken; kapot; stuk; stukgebroken
en pièces aan stukken; gebroken; geruineerd; kapot; naar de knoppen; stuk aan flarden; aan stukken; aangeslagen; beschadigd; defect; gebarsten; gebroken; gehavend; gewond; in stukken; kapot; onklaar; stuk
faillite bankroet; failliet; geruineerd failliet
fracturé aan stukken; gebroken; geruineerd; kapot; naar de knoppen; stuk beschadigd; gebarsten; gebroken; kapot; stuk; stukgebroken
fêlé aan stukken; gebroken; geruineerd; kapot; naar de knoppen; stuk beschadigd; gebarsten; gebroken; kapot; stuk; stukgebroken; verbroken
lacéré aan stukken; gebroken; geruineerd; kapot; naar de knoppen; stuk beschadigd; gebarsten; kapot; stuk
rompu aan stukken; gebroken; geruineerd; kapot; naar de knoppen; stuk afgemat; beschadigd; dodelijk vermoeid; doodmoe; doodop; doorgebroken; gebarsten; gebroken; hondsmoe; kapot; op; stuk; stukgebroken; verbroken