Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. gestippeld:
  2. stippelen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gestippeld (Nederlands) in het Frans

gestippeld:

gestippeld bijvoeglijk naamwoord

  1. gestippeld (gespikkeld; spikkelig)
    moucheté; souillé; taché; tacheté; tigré

Vertaal Matrix voor gestippeld:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
moucheté gespikkeld; gestippeld; spikkelig
souillé gespikkeld; gestippeld; spikkelig besmeurd; bevlekt; bevuild; gevlekt; groezelig; vlekkig
tacheté gespikkeld; gestippeld; spikkelig bevlekt; vlekkig
taché gespikkeld; gestippeld; spikkelig bevlekt; vlekkerig; vlekkig
tigré gespikkeld; gestippeld; spikkelig tijgerachtig

gestippeld vorm van stippelen:

stippelen werkwoord (stippel, stippelt, stippelde, stippelden, gestippeld)

  1. stippelen (bespikkelen)
    pointiller; tacheter
    • pointiller werkwoord (pointille, pointilles, pointillons, pointillez, )
    • tacheter werkwoord (tachette, tachettes, tachetons, tachetez, )

Conjugations for stippelen:

o.t.t.
  1. stippel
  2. stippelt
  3. stippelt
  4. stippelen
  5. stippelen
  6. stippelen
o.v.t.
  1. stippelde
  2. stippelde
  3. stippelde
  4. stippelden
  5. stippelden
  6. stippelden
v.t.t.
  1. ben gestippeld
  2. bent gestippeld
  3. is gestippeld
  4. zijn gestippeld
  5. zijn gestippeld
  6. zijn gestippeld
v.v.t.
  1. was gestippeld
  2. was gestippeld
  3. was gestippeld
  4. waren gestippeld
  5. waren gestippeld
  6. waren gestippeld
o.t.t.t.
  1. zal stippelen
  2. zult stippelen
  3. zal stippelen
  4. zullen stippelen
  5. zullen stippelen
  6. zullen stippelen
o.v.t.t.
  1. zou stippelen
  2. zou stippelen
  3. zou stippelen
  4. zouden stippelen
  5. zouden stippelen
  6. zouden stippelen
diversen
  1. stippel!
  2. stippelt!
  3. gestippeld
  4. stippelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor stippelen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pointiller bespikkelen; stippelen stippellijnen trekken; stippen
tacheter bespikkelen; stippelen

Verwante woorden van "stippelen":