Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Frans ->Vertaal hekken

Vertaal hekken van Nederlands naar Frans

Overzicht

Nederlands naar Frans: Meer gegevens...

hekken:
- clôtures; palissades; protections; enceintes
hek:
- grille; treillage; sécrétion; séparation
Wiktionary:
- hek → clôture, grille, châssis, arcasse, poupe, barrière
- hek → clôture

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hekken (Nederlands) in het Frans

hekken:

hekken [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

de hekken (omheiningen; beschuttingen; schuttingen)
la clôtures; la palissades; la protections; l'enceintes
- clôtures [la ~] zelfstandig naamwoord
- palissades [la ~] zelfstandig naamwoord
- protections [la ~] zelfstandig naamwoord
- enceintes [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor hekken:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
clôtures	beschuttingen; hekken; omheiningen; schuttingen
enceintes	beschuttingen; hekken; omheiningen; schuttingen	boxen; luidsprekers
palissades	beschuttingen; hekken; omheiningen; schuttingen
protections	beschuttingen; hekken; omheiningen; schuttingen	beschermingen; protecties

Verwante woorden van "hekken":

hekkens, hek

hekken vorm van hek:

hek [het ~] zelfstandig naamwoord

het hek (afscheiding; hekwerk)
la grille; le treillage; la sécrétion; la séparation
- grille [la ~] zelfstandig naamwoord
- treillage [le ~] zelfstandig naamwoord
- sécrétion [la ~] zelfstandig naamwoord
- séparation [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor hek:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
grille	afscheiding; hek; hekwerk	afrastering; grendels; hekwerk; latwerk; omheining; omrastering; raster; rastering; rasterwerk; rek; rooster; spijl; spijlen; stellage; stelling; stijl; tralie; traliewerk; traliën
sécrétion	afscheiding; hek; hekwerk	afscheiding; wondvocht
séparation	afscheiding; hek; hekwerk	afscheiding; afzondering; beschot; filtering; isolering; scheiding; schifting; schot; segregatie; splitten; tussenmuur; tussenmuurtje; tussenschot; uiteengaan; verbreking; wondvocht
treillage	afscheiding; hek; hekwerk	afrastering; afscherming; begrenzing; hekwerk; omheining; omrastering; raster; rastering; rasterwerk; rooster

Verwante woorden van "hek":

hekken, heken, heks, hekje, hekjes

Wiktionary: hek

hek

noun

omheining, afscheiding
- hek → clôture
draaibaar deel van een omheining, het deel dat als toegang gebruikt wordt
- hek → grille
raamwerk van latten van een molenwiek
- hek → châssis
de bovenachterzijde van een schip (achterreling)
- hek → arcasse; poupe

hek

noun

assemblage de plusieurs pièces de bois ou d'autres matériaux, servir à fermer un passage.
- barrière → afsluiting; barrière; heining; versperring; hek

Cross Translation:

From	To	Via
• hek	→ clôture	↔ fence — barrier