Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. kalibreren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kalibreren (Nederlands) in het Frans

kalibreren:

kalibreren werkwoord (kalibreer, kalibreert, kalibreerde, kalibreerden, gekalibreerd)

  1. kalibreren
    calibrer
    • calibrer werkwoord (calibre, calibres, calibrons, calibrez, )
  2. kalibreren

Conjugations for kalibreren:

o.t.t.
  1. kalibreer
  2. kalibreert
  3. kalibreert
  4. kalibreren
  5. kalibreren
  6. kalibreren
o.v.t.
  1. kalibreerde
  2. kalibreerde
  3. kalibreerde
  4. kalibreerden
  5. kalibreerden
  6. kalibreerden
v.t.t.
  1. heb gekalibreerd
  2. hebt gekalibreerd
  3. heeft gekalibreerd
  4. hebben gekalibreerd
  5. hebben gekalibreerd
  6. hebben gekalibreerd
v.v.t.
  1. had gekalibreerd
  2. had gekalibreerd
  3. had gekalibreerd
  4. hadden gekalibreerd
  5. hadden gekalibreerd
  6. hadden gekalibreerd
o.t.t.t.
  1. zal kalibreren
  2. zult kalibreren
  3. zal kalibreren
  4. zullen kalibreren
  5. zullen kalibreren
  6. zullen kalibreren
o.v.t.t.
  1. zou kalibreren
  2. zou kalibreren
  3. zou kalibreren
  4. zouden kalibreren
  5. zouden kalibreren
  6. zouden kalibreren
en verder
  1. is gekalibreerd
diversen
  1. kalibreer!
  2. kalibreert!
  3. gekalibreerd
  4. kalibrerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor kalibreren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
calibrer kalibreren
étalonner kalibreren

Wiktionary: kalibreren

kalibreren
verb
  1. donner le calibre, la dimension convenable.