Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. kalibreren:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kalibreren (Nederlands) in het Zweeds

kalibreren:

kalibreren werkwoord (kalibreer, kalibreert, kalibreerde, kalibreerden, gekalibreerd)

  1. kalibreren
    ritka rätt
    • ritka rätt werkwoord (ritkar rätt, ritkade rätt, ritkat rätt)
  2. kalibreren
    kalibrera
    • kalibrera werkwoord (kalibrerar, kalibrerade, kalibrerat)

Conjugations for kalibreren:

o.t.t.
  1. kalibreer
  2. kalibreert
  3. kalibreert
  4. kalibreren
  5. kalibreren
  6. kalibreren
o.v.t.
  1. kalibreerde
  2. kalibreerde
  3. kalibreerde
  4. kalibreerden
  5. kalibreerden
  6. kalibreerden
v.t.t.
  1. heb gekalibreerd
  2. hebt gekalibreerd
  3. heeft gekalibreerd
  4. hebben gekalibreerd
  5. hebben gekalibreerd
  6. hebben gekalibreerd
v.v.t.
  1. had gekalibreerd
  2. had gekalibreerd
  3. had gekalibreerd
  4. hadden gekalibreerd
  5. hadden gekalibreerd
  6. hadden gekalibreerd
o.t.t.t.
  1. zal kalibreren
  2. zult kalibreren
  3. zal kalibreren
  4. zullen kalibreren
  5. zullen kalibreren
  6. zullen kalibreren
o.v.t.t.
  1. zou kalibreren
  2. zou kalibreren
  3. zou kalibreren
  4. zouden kalibreren
  5. zouden kalibreren
  6. zouden kalibreren
en verder
  1. is gekalibreerd
diversen
  1. kalibreer!
  2. kalibreert!
  3. gekalibreerd
  4. kalibrerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor kalibreren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kalibrera kalibreren diepte loden
ritka rätt kalibreren