Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. kazen:
  2. kaas:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kazen (Nederlands) in het Frans

kazen:

kazen werkwoord (kaas, kaast, kaasde, kaasden, gekaasd)

  1. kazen

Conjugations for kazen:

o.t.t.
  1. kaas
  2. kaast
  3. kaast
  4. kazen
  5. kazen
  6. kazen
o.v.t.
  1. kaasde
  2. kaasde
  3. kaasde
  4. kaasden
  5. kaasden
  6. kaasden
v.t.t.
  1. heb gekaasd
  2. hebt gekaasd
  3. heeft gekaasd
  4. hebben gekaasd
  5. hebben gekaasd
  6. hebben gekaasd
v.v.t.
  1. had gekaasd
  2. had gekaasd
  3. had gekaasd
  4. hadden gekaasd
  5. hadden gekaasd
  6. hadden gekaasd
o.t.t.t.
  1. zal kazen
  2. zult kazen
  3. zal kazen
  4. zullen kazen
  5. zullen kazen
  6. zullen kazen
o.v.t.t.
  1. zou kazen
  2. zou kazen
  3. zou kazen
  4. zouden kazen
  5. zouden kazen
  6. zouden kazen
diversen
  1. kaas!
  2. kaast!
  3. gekaasd
  4. kazend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor kazen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
faire du fromage kazen
se cailler kazen klonteren; samenklonteren
se coaguler kazen klonteren; stijf worden; stremmen
se solidifier kazen klonteren; stijf worden; stremmen

Verwante woorden van "kazen":


kaas:

kaas [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de kaas
    le fromage
    • fromage [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kaas:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fromage kaas

Verwante woorden van "kaas":


Verwante definities voor "kaas":

  1. uit melk gemaakt broodbeleg1
    • wil je kaas op je boterham?1

Wiktionary: kaas

kaas
noun
  1. aliment moulé, obtenu à partir de la coagulation du lait suivie ou non de fermentation.

Cross Translation:
FromToVia
kaas fromage cheese — dairy product
kaas fromage KäseLebensmittel, Speise: ein Milchprodukt