Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. kwakkel:
  2. kwakkelen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kwakkel (Nederlands) in het Frans

kwakkel:

kwakkel [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de kwakkel (kwartel)
    la caille
    • caille [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kwakkel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
caille kwakkel; kwartel

Verwante woorden van "kwakkel":


Wiktionary: kwakkel


Cross Translation:
FromToVia
kwakkel caille; caille des blés quail — any of several small game birds

kwakkel vorm van kwakkelen:

kwakkelen werkwoord (kwakkel, kwakkelt, kwakkelde, kwakkelden, gekwakkeld)

  1. kwakkelen (sukkelen)

Conjugations for kwakkelen:

o.t.t.
  1. kwakkel
  2. kwakkelt
  3. kwakkelt
  4. kwakkelen
  5. kwakkelen
  6. kwakkelen
o.v.t.
  1. kwakkelde
  2. kwakkelde
  3. kwakkelde
  4. kwakkelden
  5. kwakkelden
  6. kwakkelden
v.t.t.
  1. heb gekwakkeld
  2. hebt gekwakkeld
  3. heeft gekwakkeld
  4. hebben gekwakkeld
  5. hebben gekwakkeld
  6. hebben gekwakkeld
v.v.t.
  1. had gekwakkeld
  2. had gekwakkeld
  3. had gekwakkeld
  4. hadden gekwakkeld
  5. hadden gekwakkeld
  6. hadden gekwakkeld
o.t.t.t.
  1. zal kwakkelen
  2. zult kwakkelen
  3. zal kwakkelen
  4. zullen kwakkelen
  5. zullen kwakkelen
  6. zullen kwakkelen
o.v.t.t.
  1. zou kwakkelen
  2. zou kwakkelen
  3. zou kwakkelen
  4. zouden kwakkelen
  5. zouden kwakkelen
  6. zouden kwakkelen
diversen
  1. kwakkel!
  2. kwakkelt!
  3. gekwakkeld
  4. kwakkelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor kwakkelen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avoir une santé chancelante kwakkelen; sukkelen

Verwante woorden van "kwakkelen":


Computer vertaling door derden: