Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. tijgeren:
  2. tijger:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tijgeren (Nederlands) in het Frans

tijgeren:

tijgeren werkwoord (tijger, tijgert, tijgerde, tijgerden, getijgerd)

  1. tijgeren (besluipen; bekruipen)

Conjugations for tijgeren:

o.t.t.
  1. tijger
  2. tijgert
  3. tijgert
  4. tijgeren
  5. tijgeren
  6. tijgeren
o.v.t.
  1. tijgerde
  2. tijgerde
  3. tijgerde
  4. tijgerden
  5. tijgerden
  6. tijgerden
v.t.t.
  1. heb getijgerd
  2. hebt getijgerd
  3. heeft getijgerd
  4. hebben getijgerd
  5. hebben getijgerd
  6. hebben getijgerd
v.v.t.
  1. had getijgerd
  2. had getijgerd
  3. had getijgerd
  4. hadden getijgerd
  5. hadden getijgerd
  6. hadden getijgerd
o.t.t.t.
  1. zal tijgeren
  2. zult tijgeren
  3. zal tijgeren
  4. zullen tijgeren
  5. zullen tijgeren
  6. zullen tijgeren
o.v.t.t.
  1. zou tijgeren
  2. zou tijgeren
  3. zou tijgeren
  4. zouden tijgeren
  5. zouden tijgeren
  6. zouden tijgeren
en verder
  1. ben getijgerd
  2. bent getijgerd
  3. is getijgerd
  4. zijn getijgerd
  5. zijn getijgerd
  6. zijn getijgerd
diversen
  1. tijger!
  2. tijgert!
  3. getijgerd
  4. tijgerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor tijgeren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
approcher en rampant bekruipen; besluipen; tijgeren
ramper vers bekruipen; besluipen; tijgeren bekruipen; het gevoel krijgen
s'approcher subrepticement bekruipen; besluipen; tijgeren bekruipen; het gevoel krijgen
se glisser vers bekruipen; besluipen; tijgeren aansluipen; bekruipen; het gevoel krijgen; sluipend naderen; toesluipen

Verwante woorden van "tijgeren":


tijgeren vorm van tijger:

tijger [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de tijger (tijgerin)
    le tigre; la tigresse
    • tigre [le ~] zelfstandig naamwoord
    • tigresse [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tijger:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tigre tijger; tijgerin
tigresse tijger; tijgerin

Verwante woorden van "tijger":

  • tijgeren, tijgers, tijgertje, tijgertjes

Wiktionary: tijger

tijger
noun
  1. zoologie|fr Espèce de mammifère carnassier, le plus grand de la famille des félidés, au pelage généralement fauve, rayé de bandes noires transversales. La femelle est la tigresse, le petit le tigreau. Le tigre râler, rauquer ou [[f

Cross Translation:
FromToVia
tijger tigre TigerZoologie: (in Asien beheimatetes, zu den Großkatzen zählendes) sehr kräftiges, solitär lebendes Raubtier (Panthera tigris), dessen charakteristisches Fell, je nach Unterart, blass rötlich gelb bis rotbraun (Kopf- und Rumpfunterseite sowie Beininnenseit
tijger tigre; tigresse tiger — The mammal Panthera tigris