Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. trut:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor trut (Nederlands) in het Frans

trut:

trut [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de trut (troela; troel)
    la nana; la poulette; la tarte; la charogne; la renarde; la vipère; la vieille; la chienne; la vache
    • nana [la ~] zelfstandig naamwoord
    • poulette [la ~] zelfstandig naamwoord
    • tarte [la ~] zelfstandig naamwoord
    • charogne [la ~] zelfstandig naamwoord
    • renarde [la ~] zelfstandig naamwoord
    • vipère [la ~] zelfstandig naamwoord
    • vieille [la ~] zelfstandig naamwoord
    • chienne [la ~] zelfstandig naamwoord
    • vache [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. de trut (takkewijf)
    la conne; la connasse
    • conne [la ~] zelfstandig naamwoord
    • connasse [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor trut:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
charogne troel; troela; trut bocht; ellendeling; feeks; haaibaai; heks; helleveeg; klier; kreng; loeder; mispunt; rotzooi; schoft; schurk; smeerlap; smerig spul; stuk ongeluk; teef; troep; vals wicht; vervelend kreng; viswijf
chienne troel; troela; trut feeks; haaibaai; heks; helleveeg; hond; hondje; loeder; teef; vervelend kreng; viswijf; wijfjeshond
connasse takkewijf; trut
conne takkewijf; trut
nana troel; troela; trut griet; grietje; mokkel; vervelend kreng; vrouw; vrouwmens; vrouwspersoon; wijf
poulette troel; troela; trut huppelkutje; lievelingetje; troela
renarde troel; troela; trut
tarte troel; troela; trut feeks; gebak; haaibaai; heks; helleveeg; loeder; taart; teef; viswijf
vache troel; troela; trut feeks; haaibaai; heks; helleveeg; hoerenjong; klootzak; koe; koebeest; kreng; kuttenkop; loeder; pleurislijder; pleurislijer; ploert; rund; schoft; smeerlap; teef; vals wicht; vervelend kreng; viswijf
vieille troel; troela; trut bejaarde; oud mens; ouwe; ouwe tante; taart
vipère troel; troela; trut feeks; haaibaai; heks; helleveeg; loeder; serpent; slang; teef; viswijf
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
vipère adder

Verwante woorden van "trut":

  • trutten

Wiktionary: trut

trut
noun
  1. (vulgaire) insulte désignant quelqu’un qui se comporte de façon déplaisante ou déplacée, par manque d’intelligence, de savoir-vivre ou de scrupules.