Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. verbaliseren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verbaliseren (Nederlands) in het Frans

verbaliseren:

verbaliseren werkwoord (verbaliseer, verbaliseert, verbaliseerde, verbaliseerden, verbaliseerd)

  1. verbaliseren (verwoorden; formuleren)
    formuler; exprimer per des paroles; exprimer
    • formuler werkwoord (formule, formules, formulons, formulez, )
    • exprimer werkwoord (exprime, exprimes, exprimons, exprimez, )

Conjugations for verbaliseren:

o.t.t.
  1. verbaliseer
  2. verbaliseert
  3. verbaliseert
  4. verbaliseren
  5. verbaliseren
  6. verbaliseren
o.v.t.
  1. verbaliseerde
  2. verbaliseerde
  3. verbaliseerde
  4. verbaliseerden
  5. verbaliseerden
  6. verbaliseerden
v.t.t.
  1. heb verbaliseerd
  2. hebt verbaliseerd
  3. heeft verbaliseerd
  4. hebben verbaliseerd
  5. hebben verbaliseerd
  6. hebben verbaliseerd
v.v.t.
  1. had verbaliseerd
  2. had verbaliseerd
  3. had verbaliseerd
  4. hadden verbaliseerd
  5. hadden verbaliseerd
  6. hadden verbaliseerd
o.t.t.t.
  1. zal verbaliseren
  2. zult verbaliseren
  3. zal verbaliseren
  4. zullen verbaliseren
  5. zullen verbaliseren
  6. zullen verbaliseren
o.v.t.t.
  1. zou verbaliseren
  2. zou verbaliseren
  3. zou verbaliseren
  4. zouden verbaliseren
  5. zouden verbaliseren
  6. zouden verbaliseren
diversen
  1. verbaliseer!
  2. verbaliseert!
  3. verbaliseerd
  4. verbaliserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor verbaliseren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
exprimer formuleren; verbaliseren; verwoorden beschrijven; formuleren; fraseren; in een formule brengen; leegknijpen; overbrengen; spuien; tot uitdrukking brengen; translateren; uitdrukken; uitdrukking geven aan; uiten; uiting geven aan; uitknijpen; vertalen; vertolken; verwoorden; weergeven
exprimer per des paroles formuleren; verbaliseren; verwoorden
formuler formuleren; verbaliseren; verwoorden formuleren; fraseren; in een formule brengen; inkleden; uitdrukken; uitdrukking geven aan; uiten; uiting geven aan; vertolken; verwoorden

Wiktionary: verbaliseren

verbaliseren
verb
  1. een proces-verbaal opmaken