Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zorgde (Nederlands) in het Frans

zorgde vorm van zorgen:

zorgen werkwoord (zorg, zorgt, zorgde, zorgden, gezorgd)

  1. zorgen (zorg dragen)
  2. zorgen (leiden tot iets)
    mener à

Conjugations for zorgen:

o.t.t.
  1. zorg
  2. zorgt
  3. zorgt
  4. zorgen
  5. zorgen
  6. zorgen
o.v.t.
  1. zorgde
  2. zorgde
  3. zorgde
  4. zorgden
  5. zorgden
  6. zorgden
v.t.t.
  1. heb gezorgd
  2. hebt gezorgd
  3. heeft gezorgd
  4. hebben gezorgd
  5. hebben gezorgd
  6. hebben gezorgd
v.v.t.
  1. had gezorgd
  2. had gezorgd
  3. had gezorgd
  4. hadden gezorgd
  5. hadden gezorgd
  6. hadden gezorgd
o.t.t.t.
  1. zal zorgen
  2. zult zorgen
  3. zal zorgen
  4. zullen zorgen
  5. zullen zorgen
  6. zullen zorgen
o.v.t.t.
  1. zou zorgen
  2. zou zorgen
  3. zou zorgen
  4. zouden zorgen
  5. zouden zorgen
  6. zouden zorgen
diversen
  1. zorg!
  2. zorgt!
  3. gezorgd
  4. zorgend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

zorgen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de zorgen (sores; problemen; moeilijkheden)
    le problèmes; le soucis; la difficultés; l'embêtements; l'embarras; l'ennuis; le malheurs; le désagréments; la misère; le manques; l'emmerdements

Vertaal Matrix voor zorgen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
difficultés moeilijkheden; problemen; sores; zorgen ellende; fouten; gebreken; malheur; mankementen; moeilijkheden; ongeluk; ongemakken; onheil; onspoed; pech; ramp; rampspoed; tegenslag; tegenspoed; terugslagen
désagréments moeilijkheden; problemen; sores; zorgen fouten; gebreken; mankementen; narigheden; onbehaaglijkheden; ongemakken; ongerieven; ontevredenheden; problemen
embarras moeilijkheden; problemen; sores; zorgen bedeesdheid; beschaamdheid; drukte; ergernis; gedoe; gegeneerdheid; geslotenheid; gêne; hinder; moeilijkheid; narigheid; obstructie; omhaal; ongemak; ongerief; overlast; penarie; probleem; rompslomp; schaamte; schaamtegevoel; schroom; schuwheid; timiditeit; veel gedoe; verlegenheid; verstopping in het lichaam
embêtements moeilijkheden; problemen; sores; zorgen gedram; gemekker; gezanik; gezeur
emmerdements moeilijkheden; problemen; sores; zorgen gelazer; narigheid; trammelant
ennuis moeilijkheden; problemen; sores; zorgen conditie; ellende; gedram; gelazer; getob; gezanik; gezeur; malheur; moeilijkheden; narigheden; narigheid; ongeluk; ongemakken; ongerieven; onheil; onspoed; pech; problemen; ramp; rampspoed; rompslomp; staat; tegenslag; tegenspoed; terugslagen; toestand; trammelant; veel gedoe
malheurs moeilijkheden; problemen; sores; zorgen
manques moeilijkheden; problemen; sores; zorgen defecten; fouten; gebreken; handicaps; mankementen; ongemakken
misère moeilijkheden; problemen; sores; zorgen armoede; armzaligheid; behoeftigheid; ellende; gebrek; gebrekkige toestand; gemis; hulpbehoevendheid; ielheid; karigheid; kommer; krapte; kwel; magerheid; malheur; misère; moeilijkheden; nood; noodwendigheid; ongeluk; onheil; onspoed; pech; poverheid; ramp; rampspoed; schaarsheid; schaarste; schamelheid; schraalheid; tegenslag; tegenslagen; tegenspoed; tekort; terugslagen; treurigheid
problèmes moeilijkheden; problemen; sores; zorgen
soucis moeilijkheden; problemen; sores; zorgen bekommernis; beslommering; bezorgdheid; gepeins; gepieker; geprakkizeer; getob; kommer; ongerustheid; verontrusting; zorg
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mener à leiden tot iets; zorgen leiden tot; uitdraaien op iets; uitlopen; uitpakken
prendre soin zorg dragen; zorgen
prendre soin de zorg dragen; zorgen aan tafel bedienen; bedienen; behouden; bekommeren; financieel steunen; grootbrengen; in stand houden; onderhouden; opdienen; opdissen; opvoeden; verplegen; verzorgen; voorzetten; vormen; zich zorgen maken; zorgen voor iemand

Verwante woorden van "zorgen":


Verwante definities voor "zorgen":

  1. het laten gebeuren1
    • zorg dat je op tijd komt1
  2. moeite doen om iets of iemand in een goede toestand te brengen of te houden1
    • Sandra zorgt voor het konijn1

Wiktionary: zorgen

zorgen
Cross Translation:
FromToVia
zorgen intéresser; soucier care — to be concerned about
zorgen assurer make sure — to verify; to recheck; to use extra care or caution
zorgen → s'inquiéter worry — be troubled
zorgen se faire du souci; être inquiet; s'inquiéter sorgen — (reflexiv) um etwas/jemanden, wegen etwas/jemandem: sich ernsthaft Gedanken machen zu etwas/jemandem
zorgen → s'inquiéter; s'occuper de sorgen — (transitiv) sich um das Wohl von jemandem oder etwas bemühen
zorgen fournir versorgen — (transitiv) jemandem oder einer Sache Nötiges zuführen