Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. zwalken:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zwalken (Nederlands) in het Frans

zwalken:

zwalken werkwoord (zwalk, zwalkt, zwalkte, zwalkten, gezwalkt)

  1. zwalken
    rouler sa bosse; bourlinguer
    • rouler sa bosse werkwoord
    • bourlinguer werkwoord (bourlingue, bourlingues, bourlinguons, bourlinguez, )

Conjugations for zwalken:

o.t.t.
  1. zwalk
  2. zwalkt
  3. zwalkt
  4. zwalken
  5. zwalken
  6. zwalken
o.v.t.
  1. zwalkte
  2. zwalkte
  3. zwalkte
  4. zwalkten
  5. zwalkten
  6. zwalkten
v.t.t.
  1. heb gezwalkt
  2. hebt gezwalkt
  3. heeft gezwalkt
  4. hebben gezwalkt
  5. hebben gezwalkt
  6. hebben gezwalkt
v.v.t.
  1. had gezwalkt
  2. had gezwalkt
  3. had gezwalkt
  4. hadden gezwalkt
  5. hadden gezwalkt
  6. hadden gezwalkt
o.t.t.t.
  1. zal zwalken
  2. zult zwalken
  3. zal zwalken
  4. zullen zwalken
  5. zullen zwalken
  6. zullen zwalken
o.v.t.t.
  1. zou zwalken
  2. zou zwalken
  3. zou zwalken
  4. zouden zwalken
  5. zouden zwalken
  6. zouden zwalken
diversen
  1. zwalk!
  2. zwalkt!
  3. gezwalkt
  4. zwalkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor zwalken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bourlinguer zwalken
rouler sa bosse zwalken