Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor apart in het Nederlands

apart:

apart bijvoeglijk naamwoord

  1. apart
    gescheiden; apart; los van elkaar; separaat
  2. apart
    excentriek; bijzonder; vreemd; apart; merkwaardig; typisch; buitenissig; ongewoon; bizar; curieus; zonderling; eigenaardig
  3. apart
    uniek; bijzonder; onvergelijkbaar; enig in zijn soort; apart; enig; onvergelijkelijk
  4. apart
    afzonderlijk; apart
  5. apart
    gescheiden; apart; afzonderlijk; alleenstaand; separaat; op zich; op zichzelf staand; losstaand; vrijstaand
  6. apart
    afzonderlijk; separaat; apart
  7. apart
    apart
    • apart bijvoeglijk naamwoord
  8. apart
    vrijstaand; geïsoleerd; alleenstaand; apart; afzonderlijk; op zichzelf staand; op zich; separaat; losstaand
  9. apart
    vreemd; apart; uitheems; zonderling; eigenaardig
  10. apart
    excentriek; vreemd; apart; buitenissig; extravagant; typisch
  11. apart
    – gescheiden van anderen of iets anders 1
    apart
    – gescheiden van anderen of iets anders 1
    • apart bijvoeglijk naamwoord
      • ze hebben een aparte badkamer voor de kinderen1
  12. apart
    – nergens anders mee te vergelijken 1
    speciaal; bijzonder; apart
    – nergens anders mee te vergelijken 1
    • speciaal bijvoeglijk naamwoord
      • dat is een speciaal geval1
    • bijzonder bijvoeglijk naamwoord
      • het is een bijzondere jongen, die Jan1
    • apart bijvoeglijk naamwoord
      • Tina heeft altijd zulke aparte kleren!1

Verwante woorden van "apart":

  • apartheid, aparter, apartere, apartst, apartste, aparte

Alternatieve synoniemen voor "apart":


Antoniemen van "apart":


Verwante definities voor "apart":

  1. gescheiden van anderen of iets anders1
    • ze hebben een aparte badkamer voor de kinderen1
  2. nergens anders mee te vergelijken1
    • Tina heeft altijd zulke aparte kleren!1

Verwante synoniemen voor apart