Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. bridgen:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor bridgen in het Nederlands

bridgen:

bridgen werkwoord (bridge, bridget, bridgede, bridgden, gebridgd)

  1. bridgen
    bridgen
    • bridgen werkwoord (bridge, bridget, bridgede, bridgden, gebridgd)

Conjugations for bridgen:

o.t.t.
  1. bridge
  2. bridget
  3. bridget
  4. bridgen
  5. bridgen
  6. bridgen
o.v.t.
  1. bridgde
  2. bridgde
  3. bridgede
  4. bridgden
  5. bridgden
  6. bridgden
v.t.t.
  1. heb gebridgd
  2. hebt gebridgd
  3. heeft gebridgd
  4. hebben gebridgd
  5. hebben gebridgd
  6. hebben gebridgd
v.v.t.
  1. had gebridgd
  2. had gebridgd
  3. had gebridgd
  4. hadden gebridgd
  5. hadden gebridgd
  6. hadden gebridgd
o.t.t.t.
  1. zal bridgen
  2. zult bridgen
  3. zal bridgen
  4. zullen bridgen
  5. zullen bridgen
  6. zullen bridgen
o.v.t.t.
  1. zou bridgen
  2. zou bridgen
  3. zou bridgen
  4. zouden bridgen
  5. zouden bridgen
  6. zouden bridgen
diversen
  1. bridge!
  2. gebridgd
  3. bridgend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze