Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. daken:
  2. dak:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor daken in het Nederlands

daken:

daken [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de daken
    de daken; huisbedekkingen

Verwante woorden van "daken":


dak:

dak [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het dak
    het dak; de overdekking; afdekkap; de koepel; de kap; de overkapping
    • dak [het ~] zelfstandig naamwoord
    • overdekking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • afdekkap [znw.] zelfstandig naamwoord
    • koepel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • overkapping [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. het dak
    – wat een huis of auto bedekt 1
    het dak
    – wat een huis of auto bedekt 1
    • dak [het ~] zelfstandig naamwoord
      • er zit een vogel op het dak1

Verwante woorden van "dak":


Verwante definities voor "dak":

  1. wat een huis of auto bedekt1
    • er zit een vogel op het dak1

Verwante synoniemen voor daken