Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor grijsheid in het Nederlands

grijsheid:

grijsheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de grijsheid
    de grijsheid; grijze kleur
  2. de grijsheid
    mate van grijs zijn; de grijsheid
  3. de grijsheid
    de somberheid; de grauwheid; de kleurloosheid; de grijsheid; grauwte

Verwante woorden van "grijsheid":


grijs:

grijs bijvoeglijk naamwoord

  1. grijs
    grijs; grauwkleurig
  2. grijs
    grijs; grijsharig
  3. grijs
    – kleur die gemaakt is van zwart en wit 1
    grijs
    – kleur die gemaakt is van zwart en wit 1
    • grijs bijvoeglijk naamwoord
      • oude mensen hebben vaak grijze haren1

Verwante woorden van "grijs":


Verwante definities voor "grijs":

  1. kleur die gemaakt is van zwart en wit1
    • oude mensen hebben vaak grijze haren1