Overzicht


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor juf in het Nederlands

juf:

juf [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de juf
    de onderwijzeres; de juffrouw; de juf; de schooljuffrouw
  2. de juf
    de leraar
    – iemand die lesgeeft 1
    • leraar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • welke leraar hebben we voor scheikunde?1
    de docent; de juf
    • docent [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • juf [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    de meester
    – leerkracht of leraar 1
    • meester [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • hebben jullie een juffrouw of een meester op school?1

Verwante woorden van "juf":

  • juffen, jufs