Nederlandse synoniemen van knobbel, ander woord voor knobbel

Overzicht

Nederlands Synoniemen: Meer gegevens...

knobbel:
- bobbel; knobbel; bult; buil; capaciteit; bekwaamheid; talent; aanleg; gave; kundigheid; begaafdheid; scherpzinnigheid; vernuft; knoest; kwast; tumor; gezwel

Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor knobbel in het Nederlands

de knobbel
de bobbel; de knobbel; de bult; de buil
- bobbel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- knobbel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- bult [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- buil [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
de knobbel
de capaciteit; de bekwaamheid; het talent; de aanleg; de gave; de kundigheid; de knobbel; de begaafdheid; de scherpzinnigheid; het vernuft
- capaciteit [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- bekwaamheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- talent [het ~] zelfstandig naamwoord
- aanleg [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- gave [de ~] zelfstandig naamwoord
- kundigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- knobbel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- begaafdheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- scherpzinnigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- vernuft [het ~] zelfstandig naamwoord
de knobbel
de knoest; de knobbel; de kwast
- knoest [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- knobbel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- kwast [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
de knobbel
de tumor; de knobbel; het gezwel
- tumor [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- knobbel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- gezwel [het ~] zelfstandig naamwoord