Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. kousen:
  2. kous:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor kousen in het Nederlands

kousen:

kousen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de kousen
    de kousen; de nylonkousen
    • kousen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • nylonkousen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Verwante woorden van "kousen":


kous:

kous [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de kous
    de kous
    • kous [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. de kous
    – kledingstuk voor voet en been 1
    de kous
    – kledingstuk voor voet en been 1
    • kous [de ~] zelfstandig naamwoord
      • ik draag geen sokken maar kousen in de winter1

Verwante woorden van "kous":


Verwante definities voor "kous":

  1. kledingstuk voor voet en been1
    • ik draag geen sokken maar kousen in de winter1