Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. ontgrendelen:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor ontgrendelen in het Nederlands

ontgrendelen:

ontgrendelen werkwoord (ontgrendel, ontgrendelt, ontgrendelde, ontgrendelden, ontgrendeld)

  1. ontgrendelen
    ontgrendelen; ontsluiten
    • ontgrendelen werkwoord (ontgrendel, ontgrendelt, ontgrendelde, ontgrendelden, ontgrendeld)
    • ontsluiten werkwoord (ontsluit, ontsloot, ontsloten, ontsloten)
  2. ontgrendelen
    ontgrendelen
    • ontgrendelen werkwoord (ontgrendel, ontgrendelt, ontgrendelde, ontgrendelden, ontgrendeld)

Conjugations for ontgrendelen:

o.t.t.
  1. ontgrendel
  2. ontgrendelt
  3. ontgrendelt
  4. ontgrendelen
  5. ontgrendelen
  6. ontgrendelen
o.v.t.
  1. ontgrendelde
  2. ontgrendelde
  3. ontgrendelde
  4. ontgrendelden
  5. ontgrendelden
  6. ontgrendelden
v.t.t.
  1. heb ontgrendeld
  2. hebt ontgrendeld
  3. heeft ontgrendeld
  4. hebben ontgrendeld
  5. hebben ontgrendeld
  6. hebben ontgrendeld
v.v.t.
  1. had ontgrendeld
  2. had ontgrendeld
  3. had ontgrendeld
  4. hadden ontgrendeld
  5. hadden ontgrendeld
  6. hadden ontgrendeld
o.t.t.t.
  1. zal ontgrendelen
  2. zult ontgrendelen
  3. zal ontgrendelen
  4. zullen ontgrendelen
  5. zullen ontgrendelen
  6. zullen ontgrendelen
o.v.t.t.
  1. zou ontgrendelen
  2. zou ontgrendelen
  3. zou ontgrendelen
  4. zouden ontgrendelen
  5. zouden ontgrendelen
  6. zouden ontgrendelen
diversen
  1. ontgrendel!
  2. ontgrendelt!
  3. ontgrendeld
  4. ontgrendelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze