Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. schakelaars:
  2. schakelaar:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor schakelaars in het Nederlands

schakelaars:

schakelaars [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de schakelaars
    de knoppen; de schakelaars

Verwante woorden van "schakelaars":


schakelaars vorm van schakelaar:

schakelaar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de schakelaar
    de knop; de schakelaar; de schakelknop
    • knop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • schakelaar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • schakelknop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "schakelaar":