Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. sinus:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor sinus in het Nederlands

sinus:

sinus [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de sinus
    de sinus
    • sinus [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "sinus":

  • sinussen