Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor uitgangsvorm in het Nederlands

uitgangsvorm:

uitgangsvorm [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. uitgangsvorm
    het uitgangspunt; het principe; het vertrekpunt; de basis; de grondgedachte; de veronderstelling; de grondslag; uitgangsvorm; de grondstelling; het fundament; de fundering; het beginsel; de grondlijn; basislijn